Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [36]Velen zullen er [37]gereinigd en wit gemaakt, en gelouterd worden; [38]doch de goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de [39]verstandigen zullen het verstaan. 36. Eene wederhaling van de voorzegging der ellenden, die de kerk Gods zouden overkomen. Zie hfdst.11 vs.35. 37. Of, gezuiverd worden. Onze Heere Christus gebruikt hier drie woorden bij gelijkenis; het eerste is genomen van de zuivering van het koren; gelijk het koren met de wan van het kaf gezuiverd wordt, alzo de gelovigen met den wan der vervolging; het tweede woord is genomen van de vollers, die het laken schoon en wit vollen; de derde gelijkenis is genomen van de goudsmeden, die het goud en zilver in hun smeltoven louteren en het schuim uitzuiveren. Zie hfdst.11 vs.35. 38. De zin is: De goddelozen zullen afwijken en voortvaren in hunne goddeloosheid, en zullen deze verborgenheden niet verstaan, hoe dikwijls en hoe duidelijk hun die zullen mogen uitgelegd worden. Vergelijk Openb.22:11. 39. Of, de leraars; gelijk boven hfdst.11 vs.33.